Voor een groep achtstejaars is er een spannende tijd aangebroken. De Citotoets staat voor de deur en alleen bij een goed resultaat zullen ze naar de middelbare school van hun keuze kunnen. De vriendengroep van Annemiek, Ivo, Carijn en Olivier wil graag naar het Willem Blauw. Annemiek is echter de minst slimme van het stel en is bang dat ze naar een andere school moet. Alsof deze stress nog niet genoeg is, wordt ze op een gegeven moment ook nog gepest door iemand. Er wordt ‘dombo’ op haar fiets gekalkt, en als ze thuiskomt van een opendag gebeurt er weer zoiets stoms: “Annemiek is een domme koe” staat er met grote letters op de poort. Ze weet niet wie, maar begint langzaamaan wel een vermoeden te hebben: alle aanwijzingen wijzen in de richting van Sander, de jongen op wie ze altijd stiekem verliefd was. Hoewel alles richting hem wijst, kunnen ze hem maar steeds niet betrappen. Wanneer Annemiek haar citotoets slecht gemaakt denkt te hebben en de vrienden in een onbewaakt moment de kans krijgen om de naam van de slimme Sander met die van Annemiek op de toets te verwisselen, twijfelen ze geen moment, zo boos als ze op hem zijn. Op een gegeven moment komen ze erachter dat het Sander helemaal niet kan zijn geweest die het telkens was die Annemiek pestte. Want terwijl ze hem de hele tijd in de gaten hebben gehouden, is de poort wéér ondergeklad. Annemiek voelt zich vreselijk schuldig en gaat meteen naar Sander toe om haar excuses aan te bieden. Samen gaan ze na wie het dan wel had kunnen doen: Vincent, in opdracht van Ruben, die vast beledigd moet zijn geweest toen Annemiek ‘nee’ zei toen hij haar verkering vroeg. Door middel van een list betrappen de vrienden hem op heterdaad en is het opgelost. Gelukkig komt het bedrog van de citotoetsen nooit uit, omdat de meester al hun toetsen kwijt is geraakt. Als gevolg daarvan telt alleen het schooladvies en dat betekent dat Annemiek, Carijn, Olivier, Ivo en Sander allemaal samen naar het Willem Blauw kunnen gaan.
Hoofdpersonen
Hoofdpersoon in het verhaal is Annemiek, om wie het hele verhaal draait: zij wil graag naar het Willem Blauw, maar is bang dat ze haar toets gaat verprutsen. Zij is ook degene die gepest wordt door de in het begin nog onbekende pester. Samen met haar vrienden maakt ze een hoop mee en lost ze graag haar eigen problemen op. Annemiek komt heel zeker van zichzelf over, heeft vaak een grote mond maar stiekem heeft ze maar een klein hartje. Zo is ze ongelooflijk onzeker over haar toets, wordt ze verlegen van Sander, voelt ze zich vreselijk door al het gepest en lijkt ze bij haar middelbare schoolkeuze afhankelijk van haar vrienden. Verder is ze wel een zeer trouwe vriendin, die graag dingen onderneemt met haar vriendengroepje. Vandaar dat ze ook graag met ze naar de middelbare school meegaat.
Bijpersonen
Andere belangrijke personen zijn Carijn, Olivier en Ivo. Samen met Annemiek vormen ze een heel hecht vriendengroepje. Voor schooltijd halen ze om de beurt iets lekkers te eten voor in de pauze; ze doen veel samen en willen graag samen naar de middelbare school om ook nog een deel van hun verdere leven samen door te brengen. Met zijn vieren hebben ze ook iets tegen Ruben. Hij is in hun ogen een valse jongen, die zijn ‘slaafje’ Vincent allemaal opdrachten uit laat voeren. Wanneer Vincent een keer namens Ruben verkering aan Annemiek vraagt en zij ‘nee’ zegt, flipt hij helemaal. Hij lijkt het niet te kunnen verkroppen afgewezen te worden en besluit daarom opdracht aan Vincent te geven haar lastig te vallen, wat begint met het beschilderen van haar jasbeschermers en poort bij het huis. Omdat Sander toevallig met een spuitbus gesignaleerd was, wordt hij door de vriendengroep verdacht van de pesterijen. Omdat Ruben ook nog eens onterecht tegen Sander heeft gezegd dat Annemiek hem maar een ‘studiepikkie’ vindt, gaat hij ook nog eens onaardig tegen haar doen. En dat terwijl hij haar stiekem altijd wel een leuk meisje gevonden heeft.
Maak jouw eigen website met JouwWeb